De vijf belangrijkste kenmerken van de Organisatiecockpit geven tegelijk inzicht in enkele belangrijke principes van prestatiemanagement:
1. De cockpitmethodiek ontwikkelt en concretiseert uw ambities
De ambitieontwikkeling vindt plaats tijdens het proces van strategiebepaling (strategiekaart). Via de doel-middel hiërarchie vindt de concretisering plaats en wordt voor elk besturingsniveau bepaald wat de te leveren prestaties zijn en weet elk niveau waarom dat zo is.
2. Elk besturingsniveau kan een eigen cockpit vaststellen
Het principe van de organisatiecockpit kan niet alleen op organisatieniveau maar ook op lagere niveaus worden toegepast en gebruikt. De voorwaarde is echter dat er moet worden gezorgd voor samenhang tussen de verschillende cockpits die dan ontstaan. Samenhang kan worden bereikt door verticale afstemming tussen de verschillende besturingsniveaus en door horizontale afstemming tussen afdelingen, processen of individuen. Zo worden de verschillende beslissingen en acties toch goed op elkaar uitgelijnd.
3. De informatie die wordt gepresenteerd moet leiden tot actie
In de cockpit wordt de focus slechts gericht op indicatoren die voor het betreffende besturingsniveau van doorslaggevend belang zijn voor succes. Als de indicatorwaarden zich niet goed ontwikkelen, is er objectief gezien altijd aanleiding om actie te nemen of een nadere analyse of onderzoek te starten.
4. De totstandkoming en gebruik van de cockpit nodigen uit tot actie
Medewerkers op elk niveau hebben invloed op de keuze van de indicatoren. Hiervan gaat een stimulerende werking uit en er ontstaan subjectieve drijfveren om de gewenste indicatorwaarden te gaan realiseren en zelf actie te ondernemen. Datavisualisatie speelt hierin ook een rol van betekenis.
5. In het cockpitconcept gaan meten én managen hand in hand
Het meetsysteem is de spin in het web van performance management. De organisatie kan zelf de vormgeving van het meetsysteem bepalen. Deze vormgeving varieert van een simpel A4-tje tot een database die met één muisklik de cockpits van de organisatieonderdelen tevoorschijn tovert. Meten alleen is echter niet voldoende en heeft slechts betrekking op de check-fase van de Deming-cirkel. De andere fasen zorgen ervoor dat er wordt gestuurd en bijgestuurd.